Ga naar de inhoud

Zijn Amsterdamse ambities haalbaar?

Amsterdam is een van de gemeenten die het ambitieuze niveau van het SEB-convenant ondertekende. Zij ontwikkelde een eigen routekaart, waarvan de gemeente zegt: “Onze routekaart is gebaseerd op ambities, daarom stellen we scherpere eisen dan de SEB-routekaarten.” Of die ambities haalbaar zijn voor al het materieel zal de praktijk uitwijzen. In 2028 moet het middelzware materieel (tot 130kW) in de hoofdstad emissievrij draaien. Voor lichte machines (tot 56kW) is de datum vastgesteld op januari 2025. Alleen voor gespecialiseerd materieel en specifieke projecten worden uitzonderingen gemaakt. Ter vergelijking: het basisniveau van de routekaart SEB gaat voor licht materieel uit van Stage III in 2025 en ZE in 2028. Terwijl om te voldoen aan het minimumniveau de lichte machines pas in 2030 emissievrij moeten zijn.

Voor ondernemers die langjarige contracten hebben is die ambitieuze aanpak niet onoverkomelijk en geeft het investeringsperspectief, blijkt als we een van die aannemers spreken. Maar de meeste aanwezigen waren een andere mening toegedaan, bleek toen plenair de vraag werd gesteld: moet er meer emissieloos worden uitgevraagd om versnelling te creëren? KWS gaf aan dat er meer opdrachtgevers (dan Amsterdam) nodig zijn om elektrisch materieel volledig te kunnen inzetten. Een punt dat Heijmans onderschreef: “Continuïteit is erg belangrijk. Op dit moment wordt er te weinig emissieloos uitgevraagd.” En dan is er nog niet eens ingegaan op de laadproblematiek.

Routekaart Amsterdam

Laadinfra

In de deelsessie van Bouwend Nederland, gepresenteerd door Willemijn Visscher, kwam de laadinfrastructuur aan bod. Zij vroeg of de risico’s m.b.t. de netcongestie horen bij de aannemer. Een groot deel van de zaal vond van niet. De levering van voldoende stroom is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de opdrachtgever en opdrachtnemer. “Alleen dan kan de prijs voor laden naar beneden.” Daarnaast is het wenselijk dat er wordt aangesloten op de bestaande infrastructuur, want een laadcontainer plaatsen is een dure optie. Niet alleen door de investeringskosten – die worden doorberekend in de huurprijzen – er komen ook additionele kosten bij voor de logistiek, de planning en de verzekeringen.

Verzekeringen

Waarom de verzekeringen voor elektrisch materieel hoog zijn, werd echter niet volledig duidelijk. “Verzekeraars baseren hun tarieven op statistieken. Omdat er nog weinig data beschikbaar is, zijn zij voorzichtig”, zegt een van de verzekeringsmakelaars. Voor de planning en inrichting van de bouwplaats werd wel helder waarom hier extra uren in gaan zitten. “Als aannemers voeren we niet alleen gesprekken met de opdrachtgever maar ook met de brandweer. Dat doen we bij ieder project, omdat de interpretatie van de regelgeving verschilt per veiligheidsregio.”

Wie is De Groene Koers?

De Groene Koers wordt vertegenwoordigd door:

  • Koninklijke Bouwend Nederland – Jorrit van Ommen
  • BMWT – Hans Zwaanenburg
  • Cumela – Nico Willemsen
  • Vereniging van Hoveniers en Groenvoorzieners – Mario Geuze
  • MKB Infra – Pieter Boelhouwer

Initiatief van


© De Groene Koers – 2021